De indeling van zowel grootboeken, kostenplaatsen en herkomsten als van jaarverslagrubrieken in Connect gebeurt in twee niveaus. Er is een hoofdgrootboek – vet gedrukt – waarop zelf niet geboekt wordt, en daaronder een aantal onder-grootboeken. Op de laatste wordt geboekt. Het zelfde geldt voor jaarverslagrubrieken, en als u er gebruik van maakt ook voor kostenplaatsen en herkomsten.
Bijvoorbeeld: u hebt nu drie grootboeken: Salarissen, Loonheffingen en Sociale lasten. Maar dit zijn allemaal hoofdgrootboeken. Wat er zou moeten gebeuren is: u maakt een nieuw hoofdgrootboek aan, bijvoorbeeld met nummer 4099 en titel “Personeelskosten”. Vervolgens gaat u naar Netto salaris, en daar kiest u in het lijstje “Onderdeel van” Personeelskosten:
Vervolgens slaat u dit grootboek op. Dan is Netto salaris een onderdeel van Personeelskosten; en net zo voor de andere drie.
Het eindresultaat zou er ongeveer als volgt uit moeten zien:
Het zelfde principe geldt bij de jaarverslagrubrieken:
Hebt u dat gedaan, dan kunt u bij het grootboek een van de sub-rubrieken voor het jaarverslag invullen; en bij de dagboeken een van de onder-grootboeken.
Een voordeel van deze manier van werken is dat de overzichten in de boekhouding nog overzichtelijker worden. U krijgt namelijk niet alleen te zien wat er op Netto salarissen geboekt wordt, maar automatisch ook op de hele groep Personeelskosten. Bijvoorbeeld zoals in dit screenshot van onze test-administratie (vandaar de vreemde bedragen die zijn gefingeerd, maar het principe is zo wel te zien):
Bovendien kunt u in overzichten als Balans en Resultaten er zowel voor kiezen om alle grootboeken te zien, of om het vakje Details uit te vinken en zo alleen een vogelvlucht-overzicht te hebben:
versus